top of page

 Arnhem

 

 

Op 17 september begon de slag om Arnhem. De Geallieerden wilden door middel van een bombardement in de vroege middag de Duitse kazernes in Arnhem en Ede bereiken. Diezelfde middag waren er rond de 5200 geallieerden van de Britse luchtlandingsdivisies geland,  

Verdeeld over parachutes en zweefvliegtuigen. Dit gebeurde uiteraard niet in Arnhem, maar vele kilometers er vandaan, namelijk bij Wolfheze en ten noorden van Heelsum. Sommige zweefvliegtuigen bevatten jeeps en antitankgeschut. De dag erna, op 18 september, waren er nog eens 1900 parachutisten op de Ginkelse heide bij Ede geland. Tijdens het reizen van Engeland naar Nederland was er een hoop munitie en een groot deel van de uitrusting verloren gegaan, waardoor de communicatie met het hoofdkwartier niet geheel vlekkeloos verliep.

​

 

 

Een van de belangrijkste tegenslagen voor de missie om Arnhem te bevrijden was dan wel het niet opmerken van een aantal achtergebleven SS-pantserdivisies die zich toevallig tegen Arnhem bevonden. Zonder verkenners hadden Britse generaals niet geweten dat er gecamoufleerde pantserdivisies zich bevonden rond hun omgeving. Echter werd dit bericht door de Britten genegeerd en vonden dat het plan doorgezet moest worden. De twee achtergebleven pantserdivisies hadden van te voren zware verliezen geleden door gevechten met de Geallieerden sinds de invasie in Normandië op 6 juni, 1944 was begonnen. De 9. SS-Panzer-Division "Hohenstaufen" werd naar Arnhem gestuurd om de Britten te stoppen en te verslaan, terwijl de 10.SS-Panzer-Division "Frundsberg" via Arnhem werd omgeleid om in Nijmegen de Amerikanen tegen te houden. Deze pantserdivisies bestonden eerst uit circa 4.500 manschappen, maar het "leger" was zoals al vermeld flink uitgedund door de invasie in Normandië. Toch was er van de Duitse kant nog een hoop tanks en artillerie achtergebleven waar de Britten in Arnhem niet tegenop konden. Hierbij was het verrassingseffect van de luchtlandingen rond Arnhem verloren gegaan.

​

​

​

De operatie in Arnhem zou als een sneltrein moeten zijn verlopen volgens veldmaarschalk Montgomery, maar daar had het absoluut geen schijn van. Door het aardig in de knoei lopen van het dekkingsmantel in Wolfheze in de buurt van Arnhem, verliep de rest van het plan niet vlekkeloos. De andere Britse troepen kwamen namelijk al gauw in gevechten op straat terecht in Oosterbeek en Arnhem, wat er voor zorgde dat het plan niet voortgezet kon worden.

​

 

​

Weer viel alles tegen. Ten eerste werd de route van                 >                 > Arnhem werd wederom geblokkeerd en ook de verwoesting van de brug bij Son werkte niet bepaald mee. Deze was door de Duitsers verwoest en maakte het moeilijk het water te passeren. Ze moesten een noodbrug bouwen wat hun weg richting Arnhem vertraagde. Ten tweede bleek ook de Duitse tegenstand heftiger dan verwacht. Ten derde was de route zelf niet geheel optimaal uitgekozen. De route ging over hele smalle weggetjes en zelf de rand van een dijk.

Het gevolg hiervan was dat de grondtroepen niet tijdig de Arnhemse brug konden bereiken om              en zijn manschappen te ontzetten. Op donderdag 21 september waren zij genoodzaakt zich over te geven.

​

​

​

Op zondag 24 september vond de Conferentie van Valburg plaats waar besloten werd de perimeter (= omtrek van het leger in dit geval) nog éénmaal te versterken. De oversteek van de 4th Dorsets van de 43e Divisie dezelfde avond mislukte, waarna het restant van de Britse Parachutistendivisie onder generaal-majoor Roy Urquhart zich op 25 september van het geallieerde opperbevel over de Rijn mocht terugtrekken.

Op dat moment waren er nog rond de 2300 soldaten van de Britse en Poolse troepen aanwezig. Daarvan was het 2000 man gelukt de Rijn over te steken. De resterende 300 mannen waren verstopt achter gebleven om later als het veiliger was alsnog over te steken of via een andere route een veilige rustplaats te vinden. Eind september 1944 strandde operatie Market Garden definitief, nadat de Duitsers de Rijndijk hadden opgeblazen. 

​

​

​

Na de Slag om Arnhem hielden de Duitsers rekening met een herhaling van de aanval. Daarbij zouden burgers alleen maar in de weg lopen of de geallieerden mogelijk helpen. Daarom dwongen ze op 24 september de 95.000 inwoners van Arnhem om hun stad te verlaten. 

Nadat de Slag om Arnhem was verloren, ontstond bij de Britten de behoefte aan een zondebok (=  wordt gebruikt om iets of iemand aan te duiden die de schuld van velen op zich geschoven krijgt. De zondebok is hierbij niet altijd onschuldig of schuldig maar het begrip impliceert wel enige onterechte schuld). Vooral de generaals van het Britse landleger, het 30e Legerkorps, hebben actief en effectief geprobeerd de schuld in niet-Britse schoenen te schuiven

De Nederlandse dubbelspion Christiaan Lindemans die op 28 oktober 1944 was gearresteerd door de Britten werd als zondebok gebruikt. Lindemans zou kennis over Operation Market Garden hebben doorgespeeld aan de Duitsers. Die kennis zou hij hebben opgedaan op het hoofdkwartier van Prins Bernhard, en daarmee zou de prins indirect medeschuldig zijn aan het mislukken van de Slag om Arnhem.

In feite heeft Lindemans echter niet de luchtaanval op Arnhem verraden, maar het grondoffensief van Operation Comet dat later de basis van Operation Garden zou vormen. Aan Lindemans' verhaal werd door de Duitsers niet geloofd. Toen echter Operation Market Garden van start ging, concludeerden de Duitsers dat hij toch gelijk had. In allerijl werd getracht de opmars van de geallieerden in Zuid-Nederland te vertragen. Juist het trage oprukken door het 30e Legerkorps, het Britse landleger, bleek fataal voor de operatie. Het 30e Legerkorps bereikte de Britse en Poolse parachutisten bij Arnhem eerst na zeven dagen in plaats van na de geplande twee dagen. Toen waren de Britse parachutisten al bij de brug in Arnhem door de Duitsers verdreven.

 

 

 

De Slag om Arnhem is in 1946 verfilmd in Theirs is the glory en in 1974 beschreven in het boek A Bridge Too Far van de schrijver Cornelius Ryan; in Nederland verschenen als Een brug te ver. Het boek werd in 1977 verfilmd als A Bridge Too Far door Sir Richard Attenborough. De Slag om Arnhem is een vrij populair onderwerp bij verschillende media. Doordat de belangstelling, in het bijzonder van de westerse wereld, voor dit onderwerp groot is, zijn er verschillende films, documentaires en computergames verschenen over De Slag en Operatie Market Garden.

De verkeersbrug over de Rijn heet sinds 1978 de John Frostbrug.

​

De Liberation Route is een route die de geallieerden volgden tijdens de bevrijding van Europa. De route loopt van Normandië via Arnhem over de Zuid-Veluwe richting Berlijn. In 2008 werd in Nederland begonnen met het zichtbaar maken van een deel van de Liberation Route aan de hand van zogeheten luisterplekken. Per regio zijn speciale routes uitgezet voor wandelaars, fietsers en auto's en er zijn educatieve lespakketten beschikbaar.

​

Duitse Antwoord

De luchtlandingen

De Rijnbrug in Arnhem

Wéér vertraging

Frost

Versterkingen

Na de operatie

Restanten van de oorlog

Meer teksten:

bottom of page