top of page

Karl Rudolf Gerd von Rundstedt

Gerd von Rundstedt, geboren op 12 december 1875, in Ascherleben in het Duitse Keizerrijk, had in de Tweede Wereldoorlog een van de belangrijkste rollen binnen het Duitse Keizerrijk. Hij was een Duitse veldmaarschalk en maakte o.a. deel uit van "Operatie Market Garden".

 

 

Karl was van jongs af aan al betrokken bij de oorlog. Hij ging namelijke op 12-jarige leeftijd naar de "Cadettenschool" in Oranienstein. Dat hield in dat hij naar een militaire school ging, Hier leerde hij Engels, maar eigenlijk kon hij dat al.Toen Gerd 16 jaar werd, werd hij eindelijk toegelaten tot de Haupt Kadetten Anstalt. Dat was een centrale Pruisische Cadettenschool in Berlijn, waar hij in 1892 met succes een examen maakte en toegelaten werd tot de rang van: Aspirant Officier. 

​

In 1902 trouwde hij met Louise von Götz, de dochter van een gepensioneerde officier. In datzelfde jaar slaagde hij voor het toelatingsexamen voor de Kriegsakademie, waarna het jonge paar verhuisde naar Berlijn. In 1906 werd Von Rundstedt op proef bij de Generalstab (Grote Generale Staf) aangesteld, en toen hij voor het laatste, zeer zware examen geslaagd was, werd hij in maart 1909 benoemd tot Hauptmann bij de Generalstab. Hij werd geplaatst bij de staf van het hoofdkwartier van het XIde Armeekorps, en ging in september 1912 als compagniecommandant aan de slag bij het 171ste Infanterieregiment in Colmar in Elzas-Lotharingen.

​

Hij diende reeds in de Eerste Wereldoorlog, waarbij hij uiteindelijk promoveerde tot chef-staf van het 15e Legerkorps. In de Tweede Wereldoorlog leidde hij een legergroep in de aanval op Polen en Heeresgruppe A in de veldtocht tegen Frankrijk in 1940. In datzelfde jaar werd hij tot veldmaarschalk bevorderd. Tijdens Operatie Barbarossa leidde hij Heeresgruppe Süd, de opmars in Oekraïne, tot eind november 1941. Dit vanwege het feit dat hij ontslag nam nadat Adolf Hitler weigerde om zich tactisch terug te trekken uit Rostov.

Na 1943 had hij het opperbevel over alle Duitse troepen aan het westelijke front. Ondanks zijn verachting voor en botsingen met Hitler, heeft hij nooit tegen hem samengespannen. Na de mislukte aanslag op Hitler, werd hij onder druk gezet om voorzitter te worden van een eretribunaal dat de officieren onder de samenzweerders oneervol uit het leger moest ontslaan. Van mei 1945 tot 1949 verbleef hij in krijgsgevangenschap. Hij kwam hier door de Geallieerden terecht die hem wilden straffen voor zijn verbanden in het Duitse Rijk, maar door gezondheidsproblemen werd hij vrijgelaten en overleed hij niet veel later.

​

​

​

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kreeg Von Rundstedt onmiddellijk werk bij de operationele staf van de 22: Reservedivision. Hij werd later bevorderd tot majoor dankzij het uitbreken van de oorlog. Zijn divisie vocht tijdens de slag aan de Marne aan de rechtervleugel van het westfront. Tijdens deze gevechten werd de divisiecommandant gedood waarna Von Rundstedt het bevel overnam. Aan het begin van de loopgravenoorlog verliet hij de divisie en werd hij bij de staf van Duitse militaire regering in België geplaatst.

​

​

​

Op het moment dat Von Rundstedt ervan overtuigd was dat Hitler op een oorlog uit was, maakte hij duidelijk dat Duitsland nog helemaal niet klaar was voor het voeren van een moderne oorlog op korte termijn. Het gevolg was dat Hitler Von Rundstedt met pensioen stuurde. Hij haalde Von Rundstedt echter snel terug door het gebrek aan ervaren bevelhebbers. Toen de oorlog in september 1939 begon, was Von Rundstedt betrokken bij de aanval op de hoofdmacht van de Poolse strijdkrachten (Fall Weiss). Hij wist te voorkomen dat de Poolse troepen zich konden terugtrekken over de Weichsel. Voor zijn acties kreeg Gerd het Ridderkruis, een eervol bedank.

​

In de Duitse aanval op Frankrijk en de Lage Landen was Von Rundstedt bevelhebber van Heeresgruppe A. Samen met de pantserstrijdkrachten rukte hij op door de Ardennen. Na de val van Frankrijk werd Von Rundstedt door Hitler benoemd tot Generalfeldmarschall. Toen begonnen ze met de planning van Operatie Seelöwe, de invasie van Groot-Brittannië. Deze invasie vond echter nooit plaats omdat de Luftwaffe er in de Slag om Engeland niet in slaagde het vereiste luchtoverwicht te behalen. Hitler besloot toen om te gaan plannen voor zijn hoofddoel, de verovering van de Sovjet-Unie. Zijn divisie werd op dit moment voorbereid op het nieuwe plan.

​

In april 1941 werd Heeresgruppe A omgedoopt tot Heeresgruppe Süd. Toen op 22 juni 1941 Operatie Barbarossa begon (De operatie waarin het Nazi-Duitsland de Sovjet-Unie wile veroveren ondanks de bondgenootschappen die er op dat moment waren.)

, rukte Von Rundstedt op richting Kiev. Nadat de omsingelde Sovjets zich hadden overgegeven, rukte Heeresgruppe Süd op naar Rostov aan de Don. Von Rundstedt achtte het niet verantwoord meteen verder door te stoten naar de Wolga, zoals Hitler gewenst had, maar wilde eerst het veroverde gebied consolideren. Hitler was razend en Von Rundstedt bood zijn ontslag aan.

​

In 1942 vond de eerste serieuze geallieerde landing plaats in Frankrijk, bij Dieppe. Voor de geallieerden liep dit echter uit op een regelrechte ramp: de Duitsers versloegen de voornamelijk Canadese troepen en de verliezen aan geallieerde zijde waren relatief gezien erg hoog. Tegen de regels van de oorlogswetten in leverde Von Rundstedt de geallieerde krijgsgevangenen uit aan de Gestapo. (De geheimzinnige staatspolitie)

​

Op 6 juni 1944, de dag die bekendstaat als D-Day, landden de geallieerden in Normandië. Von Rundstedt kende geen vrijheid van handelen met betrekking tot het verplaatsen van troepen. Hitler dacht dat D-Day een afleidingsmanoeuvre was voor een nog grotere landing in het nauw van CalaisWilhelm Keitel vroeg op 1 juli 1944 via de telefoon aan Von Rundstedt: "Wat moeten we nu doen?" Von Rundstedt antwoordde: "De oorlog beëindigen, stel idioten!" Keitel vertelde dit door aan Hitler en Von Rundstedt werd uit zijn commando ontzet en vervangen door Günther von Kluge. Wel kreeg Von Rundstedt voor zijn verdiensten de eikenbladeren toegevoegd aan het ridderkruis.

​

​

​

Op 1 september 1944 werd Gerd Von Rundstedt door Adolf Hitler teruggeroepen als opperbevelhebber van het gehele westfront. In naam was Von Rundstedt verantwoordelijk voor het afslaan van de geallieerde operatie Market Garden, waarbij de Nederlandse bruggen over de rivieren Waal en Rijn veroverd hadden moeten worden. Von Rundstedt werkte nadien mee aan het Ardennenoffensief waarover hij in naam ook het bevel voerde, hoewel hij van tevoren wist dat het doel, de herovering van Antwerpen, niet haalbaar was. Op 18 februari 1945 kreeg hij van Hitler de zwaarden bij het ridderkruis toegevoegd, vanwege zijn diensten. Op 11 maart 1945 werd Generalfeldmarschall Gerd Von Rundstedt voor de laatste maal ontslagen.

​

​

​

De veldmaarschalk werd in mei 1945 door Amerikaanse soldaten gevangengenomen in Bad Tölz en uitgeleverd aan Groot-Brittannië. Meer dan drie jaar bracht hij in gevangenschap door vooraleer hij verscheen om te getuigen voor het militaire tribunaal in Neurenberg. Hoewel hij op het hoogste niveau betrokken was bij de meeste militaire campagnes en zelfs schriftelijk zijn instemming had betuigd met het uitroeien van 'minderwaardige rassen' hebben de Britten, wegens zijn hoge leeftijd, zijn zwakke gezondheid en om de Duitse publieke opinie te ontzien (West-Duitsland was inmiddels de facto een bondgenoot in de Koude Oorlog), afgezien van een formele strafrechtelijke vervolging en lieten hem in 1949 vrij. Hij stierf op 24 februari 1953 in Hannover.

Zijn functie in de Eerste Wereldoorlog

Zijn jeugd tot zijn dood

Zijn functie in de Tweede Wereldoorlog

Gevangene van de Geallieerden

Cadettenschool 

In Slot: Oranienstein

1888

  Eerste school van   von Rundstedt

bottom of page